over mij
De behoefte om iets met mijn handen te doen was er altijd al. Uiteindelijk ben ik begonnen met wekelijkse beeldhouw lessen bij Simon van Keulen. Dat heb ik zo'n vijf jaar gedaan. Op een avond zei Simon dat hij wilde dat ik vertrok. Hij kon me niets meer leren, ik moest maar naar de kunstacademie. Uiteindelijk was ik Simon dankbaar want hij gaf me een duwtje in de rug. Het duurde toch nog bijna drie jaar voor ik de stap naar de kunstacademie ook werkelijk nam. Ik werkte toen nog fulltime en besloot de avondacademie te volgen (de Wackersacademie). Ik heb daar zo veel geleerd (en zo veel gelachen). Behalve technieken, vooral ook dat waar het uiteindelijk om draait. Een vorm geven aan wat jou bezielt. Ontdekken wat je kracht is en wat je valkuil. Lessen van Sam Drukker en Gyula Somos, om maar een paar docenten te noemen. Geheugen standjes, eindeloos naaktmodellen tekenen (en dan op zaterdag toch nog extra lessen modeltekenen volgen). Loetje, Wildschut en Gambrinus bezoeken (moest ook, voor het uitwisselen van ideeen). Leuke opdrachten: schilderijen maken voor het decor van een toneelstuk in de stadsschouwburg, affiches voor het Hollandfestival. Te weinig uren in een dag en te weinig dagen in de week.
De eerste vijftien jaar exposeerde ik veel. Bij Kunst&Beterschap, Walls en op de kunstbeurs " Realisme". De galeriehouders vroegen bijna altijd om nieuw, nog niet getoond werk. Hard werken was dat, maar erg leuk. Opdrachten deed ik af en toe. Ik ben enige tijd aangesloten geweest bij de portretwinkel in Haarlem. Het werd mij al snel duidelijk dat werken in opdracht niet echt iets voor mij is. Na vijftien jaar was ik er wel achter dat leven van de kunst er om diverse redenen voor mij niet in zit. Ik had een baan en prive veranderden dingen. Daardoor had ik ook niet genoeg tijd meer om voldoende werk te maken voor exposities. Het leek mij ook te stressvol, leven van de kunst. Ik maak nu alleen vrij werk, dat past toch het best bij me. En dan doe ik graag mee met open atelier dagen, die er van tijd tot tijd zijn. Ik heb zo een prima balans in mijn leven.
Ik werk graag in olieverf omdat ik dan nat-in-nat kan werken en eindeloos mijn compositie kan aanpassen. Ik maak graag en veel zelfportretten. Vooral omdat ik mijn geduldigste model ben, dat ook op gekke tijdstippen en zonder afspraken vooraf en zo lang als het moet kan aantreden. Portretten van anderen schilderen vind ik een geweldige uitdaging. Het leuke daarvan is het kapperseffect. Ik zeg mijn modellen altijd dat ze gewoon met me kunnen praten, want dan krijg ik het levendigste beeld. En dat doen ze dan meestal ook. Soms komen ze helemaal los. Na zo'n sessie ben ik wel helemaal geradbraakt.
Maar ik werk ook graag met (geperst) houtskool, gouache, acryl, inkt. In deze technieken werk ik uit het hoofd. Dat vergt een uiterste krachtsinspanning om tot een resultaat te komen waar ik tevreden over ben. Dat zijn meestal kleinere werken die ook veel luchtiger zijn. Of driedimensionaal werk maken van gevonden voorwerpen, verpakkingen, papier en alles wat je in eerste instantie wilt weggooien. Een eeuwige kijkoefening om je blik te verruimen.